Door op 27 januari 2014

brief evaluatie VRI Veliusbrug

Aan de leden van de gemeenraad van Hoorn

Betreft: Agendapunt 6a van de commissie van 14 januari 2014 “Evaluatie knip VRI Veliusbrug”.
Datum: 6 januari 2014

Geachte collega’s,

Tijdens de raadsvergadering van 2 juli 2013 is door een aantal fracties ( HSP, GroenLinks,Hoorns Belang, PvdA, VOCH en fractie Assendelft ) voorgesteld om het besluit van het college, om te stoppen met de proef van de knip in de VRI Veliusbrug, nog een keer in de commissie te bespreken. Op de agenda van de commissievergadering van 14 januari staat de ‘ Evaluatie knip VRI Veliusbrug” geagendeerd. Het besluit van het college om te stoppen met de proef is gebaseerd op het “verkeersbeeldonderzoek”. Dit onderzoek was niet eerder bekend bij de raad. Het onderzoek is nu bijgevoegd bij de stukken.

Reacties op het verkeersbeeldonderzoek
Omdat wij het verkeersbeeldonderzoek niet in bezit hadden bij de korte bespreking in de raad van 2 juli jl. hebben wij dit opgevraagd. De fractie van de PvdA heeft het onderzoek bestudeerd en wij hebben het onderzoek uitgezet bij een externe verkeerskundige, de fietsersbond, de directie van de Mariaschool en bestuursleden van de oudervereniging van de Mariaschool.
Ter voorbereiding op de bespreking van 14 januari wil de fractie haar bevindingen en conclusies graag met u delen.

Peiling oudervereniging Mariaschool.
Zowel de oudervereniging als directie van Mariaschool heeft teleurgesteld gereageerd op het besluit van het college. Het besluit van het college is vooral hard aangekomen bij de ouders en kinderen van de Mariaschool. Zij zijn van mening dat het besluit niet in het belang is van de kinderen. De oudervereniging heeft het besluit van het college gepeild onder de ouders. Van de 302 ouders/gezinnen gaven 137 een reactie waarvan 24 de situatie niet van toepassing is. Van de 113 ouders waar het kruispunt van toepassing is gaven 103 ( 91,2% ) ouders aan dat zij voor de proef met de knip van de VRI kiezen.
10 ( 8,8 % ) van de ouders vonden de bestaande situatie voldoende.

Reactie verkeerskundige:
“In het algemeen geven de landelijke richtlijnen er de voorkeur aan om zo min mogelijk conflicterende richtingen tegelijk groen te geven. Verkeersdeelnemers verwachten namelijk geen conflict tussen fietsers en auto’s. Hoorn zou deze richtlijnen waar mogelijk moeten toepassen, zeker als het gaat om een confrontatie tussen fietsers en auto’s. De analyse in het onderzoek is vreemd omdat voor de knip er sprake is van objectieve onveiligheid omdat verschillende verkeersstromen tegelijk groen krijgen. Dat verwacht men niet waardoor het snel mis kan gaan.”

Fietsersbond:
“ De situatie voor de knip was chaotisch en onveilig voor fietsers. Wij zijn voorstander van de proef zoals die is uitgevoerd.”

Samenvatting reacties van de oudervereniging van de Mariaschool, verkeerskundige en Fietsersbond.

1. Wat opvalt, is dat voor de proef tien hinderlijke overtredingen zijn begaan en tijdens de proef negen. Waarom wordt dan de conclusie getrokken dat er sprake is van een theoretische onveiligheid?
2.Het rapport gaat geheel voorbij aan het overzichtelijk oversteken van de kinderen met ouders.
3.Ouders hebben door de knip het kruispunt veel overzichtelijker ervaren
4.Dit rapport gaat vooral over door rood licht rijden van auto’s en niet of dit kruispunt overzichtelijk is voor kinderen. De doorstroming is tijdens de proef juist verbeterd.
5. Het punt dat ouders met kinderen tegen de richting naar de Montessorischool gaan is natuurlijk al een teken aan de wand. Blijkbaar is er geen logische route naar die school.
Maar de grote groep waar het om gaat zijn de kinderen die naar de Mariaschool gaan en nooit tegen de richting ingaan naar het fietspad maar vanuit de stad linksaf slaan. De proef is juist genomen op aandrang van de ouders van de Mariaschool.
6.Tijdens de proef was het heerlijk relaxed oversteken. Iets wat automobilisten altijd kunnen en fietsers nooit. Automobilisten voelen zich niet kwetsbaar op dit kruispunt en wij altijd. Ik moet mijn kind altijd dicht bij mij houden en het constant coachen. Ik moet zowel het verkeer achter mij in de gaten houden ( bang dat ik van achter wordt aangereden ) als voor.
7.Het is gek dat de gemeente toegeeft aan verkeersdeelnemers ( auto’s ) die door rood licht rijden.
8.Jammer dat de gemeente geen verbeteringen wil voor de meeste kwetsbare verkeersdeelnemers.
9.Opgemerkt wordt ook dat in de conclusie van het onderzoek wordt gesteld dat “De verwachting is dat het gevoel van veiligheid voor fietsers vanaf de Pakhuisstraat is toegenomen om vervolgens te stellen dat de proef niet is geslaagd omdat de ( theoretische ) onveiligheid is toegenomen.” .
10.Het is vreemd dat de gemeente uitgaat van de automobilist terwijl de proef begonnen is om de fietsers die gebruik maken van het kruispunt tegemoet te komen.
11.Waarom is er niet opgetreden tegen de auto’s die het roodlicht negeren?
12. Het is niet duidelijk in het rapport wat de positieve effecten waren van de proef. Vooral als er gesproken wordt dat de negatieve effecten groter zijn dan de positieve effecten.
13.De invoering van de proef is niet begeleid met informatie voor de automobilist. Dit had gekund met tijdelijke informatieborden of anderszins.

Conclusie PvdA-fractie

Wij kunnen ons goed vinden in de bovengenoemde reacties. Ons grootste bezwaar tegen het verkeersbeeldonderzoek is dat het onderzoek niet consistent is.
Het college is in haar rapport voorbijgegaan aan de doelgroep waarvoor de proef was bestemd; n.l. de zwakke verkeersdeelnemers in casu de fietsers. De focus is gelegd op de gevolgen voor de auto. In het onderzoek wordt gesteld dat tijdens de proef het gevoel van veiligheid is toegenomen om vervolgens te stellen dat de proef niet is geslaagd omdat de ( theoretische ) onveiligheid is toegenomen. Het rapport laat onvoldoende zien dat er aanleiding was voor het afblazen van de proef. Sterker, het rapport spreekt zichzelf tegen. In het rapport wordt o.a. gesteld dat het aantal hinderlijke overtredingen tijdens de proef is afgenomen van 10 naar 9. En verder kunnen wij concluderen uit de waarnemingen voor als tijdens de proef dat het aantal hinderlijke roodlichtnegaties gelijk is gebleven.( 1 auto negeerde rood licht )

Wat voor ons ook van belang is, dat tijdens de proef de doorstroming uit de stad is verbeterd. Dit staat in schril contrast met het verzoek van de OSH om met de proef te stoppen omdat de doorstroming tijdens de proef op het kruispunt Veliusbrug stagneerde. De opstoppingen bij het kruispunt de Veliusbrug, bleek achteraf, had echter te maken met werkzaamheden aan de Provinciale weg waardoor er meer verkeer de Veliusbrug passeerde. Wellicht hebben die opstoppingen, die niets met de proef te maken hadden, invloed gehad op de toename van roodlicht negatie.

Ook de brief van Vialis van 28 maart jl. bevat foutieve informatie. Dit bedrijf is gevraagd om de software te leveren voor de proef. In de brief geeft het bedrijf aan dat de proef ten stelligste wordt ontraden omdat er met 3 verschillende regelingen wordt gewerkt. Dit is echter niet het geval. Maar de brief heeft wellicht bij de standpuntvorming wel een rol gespeeld. Het is wellicht nog interessant of dit advies van Vialis ongevraagd of gevraagd is binnen gekomen bij de gemeente. Wij zullen deze vraag 14 januari stellen.

En tenslotte is niet duidelijk aangegeven wat de positieve effecten zijn geweest van de proef voor de fietsers terwijl er wel wordt geconstateerd dat het gevoel van veiligheid is toegenomen. De reacties van de ouders over de proef zijn positief, vooral vanwege de rust die tijdens de proef op het kruispunt heerste en daarmee de veiligheid voor de fietsers.
En tenslotte is het ons opgevallen dat de automobilisten op geen enkele manier zijn geïnformeerd over de wijziging van de VRI. Dit had met een simpel oranjebord met tekst gekund.

Samenvattend:

Er zijn volgens het rapport vóór de proef 10 hinderlijke overtredingen geconstateerd en tijdens de proef 9 hinderlijke overtredingen. Het aantal hinderlijke roodlichtnegaties is zowel voor als na de proef gelijk gebleven.( 1x ) Hiermee geeft het rapport impliciet aan dat er op het kruispunt tijdens de proef sprake is van een gelijke zelfs minder gevaarlijke situatie terwijl in de conclusies van het onderzoek toch wordt gesproken over een aantoonbare ( theoretische ) onveiligheid zonder aan te geven waar dit voorkomt. Er zijn volgens het rapport tijdens de proef geen aanrijdingen of bijna aanrijdingen genoteerd. En het gevoel van veiligheid voor fietsers vanuit de Pakhuisstraat is toegenomen. De conclusie van het college om te stoppen met de proef is niet gebaseerd op de feiten.

Wij hopen u met deze brief enigszins te hebben geïnformeerd over onze bevindingen.

Met vriendelijke groeten,

Piet Bruijns
fractie PvdA

cc. leden van het college, de directie en de oudervereniging van de Mariaschool, de directie van de Montessorischool, de Fietsersbond, OLB en de pers