Door op 2 mei 2013

Convenant bijvriendelijk handelen

In Nederland en vele andere landen zijn de honingbijen en talrijke wilde bijensoorten sterk in aantal teruggelopen. In 2010 heeft de landelijke bijenvolk sterfte een recordhoogte van 27% bereikt, wat ruim drie maal hoger is dan de normale sterfte. In West Nederland zijn de sterftecijfers het hoogst.

De aangesloten partijen van dit convenant zijn ervan overtuigd dat de honingbij en in mindere mate andere bestuivers cruciaal zijn voor natuur en landbouw en dat de ineenstorting van de bijenstand grote en onomkeerbare gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit en de voedsel- en fruitproductie. De bijenstand is een goede indicator voor de algehele ecologische gezondheid.Door een afname van drachtplanten (dit zijn planten die veel nectar en stuifmeel leveren, waarvan bijen afhankelijk zijn) verslechtert de leefomgeving van de bijen in Nederland. Dit maakt de bijen gevoeliger voor ziekten.Daarnaast is het gebruik van voor bijen giftige gewasbeschermingsmiddelen toegenomen (groepsnaam= Neonicotinoiden). Wetenschappelijk is aangetoond dat deze middelen zeer schadelijk zijn voor bijen en hommels. Al in kleine hoeveelheden kunnen zij bijenvolken verzwakken en vatbaarder maken voor ziekteverwekkers.

Meer informatie zie: Dracht en Bijensterfte.

Deze alarmerende feiten zijn de reden voor de partijen van dit convenant om af te spreken en schriftelijk vast te leggen in dit convenant dat ze:

  • bij-vriendelijk te zullen handelen

  • actief bij te dragen om de leefomstandigheden van bijen (zowel wilde bijen als honingbijen) te verbeteren door te kiezen voor een ecologisch groenbeheer

  • onkruidbestrijding op een milieuvriendelijke manier uit te voeren

  • bij-vriendelijke gewasbescherming toe te passen en af te zien van het gebruik van neonicotinoïden en deze niet te verhandelen

  • mee te werken aan het uitdragen van bij-vriendelijk handelen